Demeter en Persephone

Demeter met de korenblonde haren was de godin van de veldvruchten en de landbouw. Bovendien wijdde zij elke bruid en bruidegom in de geheimen van de slaapkamer in. Ondanks deze laatste functie is zijzelf ongehuwd gebleven maar niet kinderloos. Want voor haar broer Zeus heeft zij een dochter gebaard die de naam Persephone kreeg. Het meisje was haar oogappel en de moeder probeerde haar kind zo beschermd mogelijk op te voeden. Toch kon zij niet verhinderen dat Hades vanuit de diepte van het dodenrijk zijn begerige oog op de nauwelijks huwbare jonge vrouw liet vallen.
De grimmige onderwereldgod vroeg aan zijn broer Zeus of hij Persephone in het troosteloze schimmenrijk als echtgenote mocht hebben. Maar vader Zeus, die begreep dat zijn zuster hiermee nooit zou instemmen, hield zich op de vlakte en stelde het antwoord uit. Hades, het wachten beu, nam zelf het initiatief. Op zeker dag terwijl het meisje met haar vriendinnen bloemen plukte op een veld van het eiland Sicilië liet hij de aarde opensplijten. Hij verscheen met zijn gouden, door vier gitzwarte paarden getrokken, wagen om haar te ontvoeren. Het meisje slaakte een ijselijke gil maar voordat iemand te hulp kon snellen was Hades met zijn buit onder de grond verdwenen.
Demeter miste ’s avonds haar dochter en ging op onderzoek uit. Negen dagen en negen nachten lang bleef de vertwijfelde moeder rondzwerven. Zonder eten en drinken tot zich te nemen en zonder zich een uur slaap te gunnen. Onafgebroken riep zij de naam van Persephone maar niemand kon haar inlichtingen geven, zelfs de vogels niet. Ten slotte kwam zij dodelijk vermoeid in Eleusis aan een plaats die ruim twintig kilometer ten noordwesten van Athene is gelegen. Daar zette zij zich neer op een steen die sindsdien de steen der droefenis wordt genoemd. De koning van Eleusis merkte de vrouw op en nodigde haar uit zonder te weten wie zij in werkelijkheid was. Hij stond haar zelfs toe dat ze in zijn paleis bleef wonen. De godin beloofde hem dat ze bij wijze van tegenprestatie als voedster zijn kinderen zou verzorgen.
Bij het invallen van de duisternis nam ze een van de zonen, Depophon, bij de arm en legde de kleine jongen op een stapel gloeiende houtblokken om met behulp hiervan zijn sterfelijkheid weg te branden en hem door het louterende vuur van alle aardse smetten te zuiveren. Tijdens deze bezigheid werd zij onderbroken door de koningin die het zaakje niet vertrouwde en door een kier van de deur het geheimzinnige ritueel had gadegeslagen. Met een schreeuw stormde de hevig verontruste moeder de kamer in en ze verstoorde daardoor het heilige gebeuren. Het gevolg van haar impulsieve daad was dat ze met eigen ogen moest aanzien hoe haar zoontje levend verbrandde. Na de afgrijselijke afloop maakte Demeter zich als godin bekend en gaf ze uitleg over de goede bedoeling van haar daad die nu zo onverhoopt was mislukt.
Om de bedroefde ouders te troosten leerde zij aan een andere zoon, Triptolemus, de beginselen van de akkerbouw. Naderhand toen zij haar dochter weer terug had, zond ze de jongen met een houten ploeg, een zak met zaad en een vleugelwagen eropuit om in de hele wereld aan de mensen de landbouw te leren. Maar voorlopig was het nog niet zover. Omdat zij nog altijd niet wist waar haar dochter zich ophield, weigerde ze zich in het gezelschap van de goden op de Olympus te laten zien. Bovendien verwaarloosde zij vanwege haar verdriet de aarde die geen vruchten meer voortbracht. Als gevolg hiervan dreigden mensen en dieren de hongerdood te sterven en ontvingen de goden geen offers meer. Van armoe besloot Zeus in te grijpen. Van Helius, de Zonnegod die alles ziet en alles hoort, had hij vernomen dat Persephone door zijn broer Hades was geschaakt. Hij zond Hermes naar het schimmenrijk om het meisje terug te halen. Hades gaf pas na lang aarzelen en met grote tegenzin toe. Zij het onder de voorwaarde dat Persephone voor haar vertrek zeven zaadkorrels van een granaatappel zou eten. Wie eenmaal in de onderwereld iets verorberd heeft, blijft daaraan verbonden. Om die reden moest Persephone voortaan een gedeelte van het jaar in de onderwereld vertoeven. Dit vindt in de barre wintertijd plaats waarin Demeter om het gemis van haar dochter treurt en er dus niets groeit op de aarde die het hele seizoen koud en hard blijft. De overige negen maanden van het jaar mocht de jonge godin in het gezelschap van haar moeder doorbrengen.
Het motief in dit verhaal is het moedergevoel. In eerste instantie weet de moeder niet waar haar dochter is. Ze kan zich daardoor niet meer concentreren op haar werk. Hierdoor heerst er hongersnood. Wanneer haar dochter terug is, kan de moeder verder met haar werk. Het gemis van haar dochter wordt op een mooie, symbolische manier weergegeven. De cyclus is afhankelijk van de aan- en afwezigheid van haar dochter.
Zeus speelt ook een rol in het verhaal. Hij grijpt niet in hoewel hij toch de vader van Persephone is. Hiermee wordt verwezen naar het verschil tussen vaders en moeders. Hoewel dat verschil in deze tijden misschien niet meer zo uitgesproken aanwezig is. Het verhaal spreekt aan, legt een gevoeligheid bloot en is zeker bruikbaar om in een klas te bespreken. Het is een fijne manier om de seizoenen eens te bekijken op een andere manier dan de wetenschappelijke. Het verhaal is zeer toegankelijk en geschreven zonder moeilijke woorden. Het verhaal tussenin waarin Demeter bij een koning overnacht, zorgt voor de nodige spanningsopbouw. De ontknoping en de essentie van het verhaal beslaat maar een alinea van het hele verhaal.
Het verhaal doet mij denken aan het verhaal van Betty Mahmoody's “In een sluier gevangen”. Ze wordt in Teheran vastgehouden door haar man en gescheiden van haar dochtertje. Ze kan zelf ontsnappen maar wil niet weg zonder haar dochter. Hierin wordt ook duidelijk wat moederliefde betekent. En net zoals Demeter is ze nooit vrij want als haar man haar vindt, zal hij zijn dochter terug opeisen. Net zoals Hades ervoor gezorgd heeft dat Persephones altijd zal terugkomen door haar van een granaatappel te laten bijten.